
Veel Surinaamse methodes voor het basisonderwijs zijn gebaseerd op Nederlandse methodes. Een aantal hiervan is al lang geleden aangepast aan de Surinaamse context. Dus in die zin voldoen ze nog steeds. Maar gezien alle ontwikkelingen in het onderwijs zijn deze methodes ondertussen aan vervanging toe.
Surinaamse methodes
Het Ministerie van Onderwijs van Suriname vroeg het CLU daarom om de Surinaamse methodes te beoordelen en te adviseren over wat en hoe de gebruikte methodes vernieuwd zouden moeten worden. Gelet op het feit dat de behoefte aan vernieuwing het grootst was bij rekenen en taal zijn deze screeningen voor deze twee vakken uitgevoerd. Voor rekenen betrof dat de methodes ‘Rekenen’ en ‘Plezier in Rekenen’. Voor taal de methode ‘Taal met plezier’.
De methodes zijn beoordeeld op de kwaliteit van de handleiding en op de kwaliteit van de leerlingboeken. Bij het beoordelen van de handleiding is gekeken naar criteria als: duidelijkheid/opbouw/rationale, leerdoelen, beschrijvingen van de leerinhoud, de benodigde materialen, didactiek en instructie en de mogelijkheden voor differentiatie. Ook ging er veel aandacht uit naar Nederlands als tweede of vreemde taal. Voor veel leerlingen in Suriname is Nederlands niet de thuistaal en daarom moeten zij meer moeite doen om de leerinhoud te begrijpen.
Beoordelingsinstrument
Bij het beoordelen van de leerlingboeken is gebruik gemaakt van het MeetInstrument LeermiddelenKwaliteit (MILK). Dit instrument bestaat uit zo’n 200 items verdeeld over 9 leerfuncties:

Kwalificaties
Deze negen leerfuncties bepalen de mate van leerzaamheid van een methode. Iedere leerfunctie bestaat uit een aantal items die tezamen de leerzaamheid van de betreffende leerfunctie bepalen. Per item is na analyse van de methode een leerzaamheidsscore toegekend van 1 – 4.
Daarbij behoren de volgende kwalificaties wat de leerzaamheid betreft:

Conclusies
Naast de 9 leerfuncties was ook steeds aandacht voor Nederlands als tweede of vreemde taal. De beoordelingen zijn onderbouwd met concrete voorbeelden, veelal met beeldmateriaal, uit de methodes.
Vervolgens zijn de conclusies per leerfunctie en Nederlands als tweede of vreemde taal verwoord in een tabel waarin de sterke en te verbeteren punten concreet zijn aangegeven.
Tot slot zijn adviezen geformuleerd over welke concrete aspecten van de methode op welke manier het beste vernieuwd konden worden. Dit alles verwoord in een beknopte handleiding met instructie voor de ontwikkelaars.
Na oplevering van de rapporten is in een eindgesprek met het Ministerie van Onderwijs van Suriname gevoerd om te bespreken op welke wijze de vernieuwingen strategisch gezien het beste uitgevoerd konden gaan worden.
Ook interesse in de mogelijkheden van een screening?
Het CLU voert regelmatig screeningen van lesmateriaal uit. Daarbij kijken we altijd naar de leerzaamheid van het materiaal. De MILK is daarbij het uitgangspunt.
In overleg met de opdrachtgever bepalen we of er bepaalde accenten gelegd moeten worden. Dit kan te maken hebben met specifieke eisen in verband met de doelgroep. Zoals aandacht voor Nederlands als tweede of vreemde taal voor leerlingen die het Nederlands niet als thuistaal hebben. Ook kan het gaan om het vermijden van veel afleidende factoren voor leerlingen in het autistische spectrum.
Een screening kan op zichzelf staan maar kan ook als start van een (vervolg)ontwikkeltraject gebruikt worden. De screening geeft allereerst aan welke sterke punten vastgehouden moeten worden. Daarnaast kunnen de benodigde verbeterpunten omgezet worden in een beschrijving van competenties die nodig zijn voor de ontwikkelaars. In een training kunnen de ontwikkelaars deze competenties vervolgens verwerven.