Redigeren van lessen wereldoriëntatie op Bonaire

Sinds 10-10-2010 is Bonaire een bijzondere gemeente van Nederland. Dit heeft vele veranderingen meegebracht, ook in het onderwijs op Bonaire. De Nederlandse overheid wil graag dat het onderwijsniveau op Bonaire zo snel mogelijk gelijk is aan dat van Nederland. Daarbij spelen leermiddelen een belangrijke rol.

Veel leermiddelen die in Nederland ontwikkeld en gebruikt worden, kunnen niet klakkeloos door scholen op Bonaire overgenomen worden. Ze staan te ver af van de Caribische context en de onderwijstaalsituatie op Bonaire. Vooral bij de zaakvakken komt dit duidelijk naar voren. Om deze reden is in 2010 op Bonaire gestart met een werkgroep die een methode wereldoriëntatie moet ontwikkelen. Deze methode is bedoeld voor groep 5 tot en met groep 8 van het basisonderwijs, waarbij er per leerjaar 80 lessen worden ontwikkeld. Aan het CLU is gevraagd om de ontwikkelde lessen zowel onderwijskundig als taalkundig te redigeren.

Een kijkje in de onderwijskundige keuken

Het redigeren van de lessen gaat volgens een vast stramien. In het volgende leest u hoe dit stramien gehanteerd wordt.

Leerdoelen
Allereerst kijken we naar de leerdoelen. Daarbij letten we erop dat de leerdoelen van de les aansluiten bij de kerndoelen van Bonaire. Vervolgens bepalen we of de leerdoelen SMART geformuleerd zijn. Gekeken wordt dan per leerdoel of het Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden is. Daarnaast kijken we met behulp van de taxonomie van Bloom of de verschillende niveaus (memoriseren, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren) tot uitdrukking komen in de leerdoelen.

Activeren van voorkennis
Aan het begin van de les moet eerst de voorkennis van de leerlingen geactiveerd worden. Dit kan bijvoorbeeld door gerichte vragen, een woordweb en stellingen. Hierbij is het belangrijk om dicht bij de belevingswereld van de leerlingen te blijven, in dit geval dus de Caribische context.

‘Verpakkingen van de leerstof’
Vervolgens kijken we of de nieuwe leerstof geïntroduceerd wordt met behulp van verschillende ‘verpakkingen’ van deze leerstof. Dit kan een videoclip zijn, een geschreven leertekst, een afbeelding of een authentieke bron, bijvoorbeeld een krantenbericht. Het is daarbij altijd belangrijk om de leerlingen vooraf duidelijk te maken wat ze moeten doen met de leerstof.
Bij een videoclip is het belangrijk om van tevoren een kijkvraag te stellen, zodat gericht naar de clip gekeken wordt. Ook bij een leertekst is het belangrijk om vooraf en tussendoor vragen te stellen over de tekst. Hetzelfde geldt voor een afbeelding of authentieke bron.

Begrijpelijkheid van de leerstof
Het is belangrijk om in de leerstof dicht bij het onderwerp van de les en de leerdoelen te blijven. Op die manier wordt de kans kleiner dat teveel informatie aangeboden wordt. Om de leertekst begrijpelijker te maken, hanteren we een aantal richtlijnen. Zo is het belangrijk om gebruik te maken van bekende woorden en activerende werkwoorden. Essentieel zijn verbindingswoorden zoals ‘omdat’, ‘daarom’ en ‘hierdoor’. Het gebruik van deze woorden verbindt het ene gedeelte met het andere gedeelte van de zin of de tekst en laat de leerling verbanden zien. Daarnaast geven tussenkopjes en functionele illustraties meer structuur aan een tekst.

Verwerkingsopdrachten
Het redigeren van de opdrachten is erop gericht dat er veel variatie is om zo tegemoet te komen aan verschillende leervoorkeuren van leerlingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het beantwoorden van vragen in het werkboek, het ontwerpen van muurkranten en advertenties, het vergelijken van schematische tekeningen en het creëren van constructies. Het is belangrijk dat alle leerdoelen daadwerkelijk aan bod komen. Daarbij wordt ook de relatie gelegd met de verschillende niveaus van Bloom. Als in het leerdoel sprake is van meningsvorming dan zullen de opdrachten gericht zijn op analyse en evaluatie. Bij de verschillende opdrachten spelen ook taalgebruik en context een belangrijk rol.

Nabespreking
Tot slot kijken we of tijdens de nabespreking gecontroleerd wordt of de leerdoelen behaald zijn. Dit kan bijvoorbeeld door de opdrachten te bespreken, door antwoorden en ontwerpen met elkaar te vergelijken, door leerlingen hun mening te laten geven over het werk van anderen of door een klassikaal overzicht te maken van tekeningen, gedichten en geschreven krantenartikelen.

Het resultaat

Inmiddels wordt er al volop en naar volle tevredenheid met de methode gewerkt in groep 5, 6 en 7. Aan de lessen van groep 8 wordt nog hard gewerkt.
Voor wereldoriëntatie zijn er nu effectieve lessen die niet alleen aansluiten bij het (taal)niveau van de leerlingen, maar ook de interesse wekken van de leerlingen, doordat ze passen bij de belevingswereld van de kinderen op Bonaire. Zo bedenken leerlingen oplossingen voor wateroverlast die ontstaat door orkanen, determineren ze vogels en insecten in de ‘kunuku’ op hun eigen eiland en maken ze folders over bescherming tegen dengue. De leerlingen gaan actief aan de slag met informatie en opdrachten die aansluiten bij de Caribische context.

Benieuwd naar meer concrete voorbeelden van opdrachten uit Wereldwijzer? Kijk dan op deze Facebookpagina.