Uitdagingen voor het nieuwkomersonderwijs
Scholen hebben momenteel te maken met kinderen die vanuit de hele wereld uit oorlogsgebieden komen, voor wie het niet altijd vanzelfsprekend is dat ze onderwijs hebben gehad en voor wie het Nederlands de tweede of derde taal wordt. Dat stelt verschillende eisen aan het onderwijs en roept allerlei vragen op. Wat hebben deze kinderen inhoudelijk nodig, wat hebben ze nodig om het Nederlands als tweede of derde taal te leren en hoe zorg je ervoor dat deze kinderen emotioneel goed begeleid worden?
De rol van leerkrachten is groot bij het NT2-onderwijs. Het draait aanvankelijk continu om klassikale en groepsgewijze interactie. Dat vraagt om verschillende vaardigheden van leerkrachten, zoals geven van taalsteun (scaffolding) en omgaan met dagelijks algemene taalvaardigheden en met cognitief academische taalvaardigheden.
Tijdens observaties zie je dan ook dat leerkrachten veel energie nodig hebben om deze vaardigheden steeds toe te passen. Daarnaast zijn de verschillen tussen de leerlingen zeer groot voor wat betreft leeftijd, cognitief niveau, taalvaardigheid in de moedertaal en emotioneel welbevinden. Leerkrachten zijn niet alleen veel energie kwijt bij de klassikale en groepsgewijze interactie, maar ook tijdens het zelfstandig werken van de leerlingen. De ene leerling heeft een korte instructie nodig over de inhoud, de ander een helpende hand bij het inloggen op de iPad. Het is dan ook logisch dat leerkrachten behoefte hebben aan leermiddelen die hen daadwerkelijk ondersteunen om hun leerlingen zo effectief mogelijk te laten leren.
Initiatieven
Er zijn verschillende initiatieven ontplooid om leraren in het NT2-onderwijs te ondersteunen. Zo is er nieuw leermateriaal ontwikkeld, is er een website gericht op de ondersteuning van onderwijs aan nieuwkomers en heeft het Lectoreninitiatief Professionalisering Taalonderwijs Nieuwkomers (LPTN) een handreiking geschreven die leerkrachten, taalcoördinatoren, schoolleiders en bestuurders helpt bij hun keuzes rond nieuwkomers op de basisschool. Leraren zijn blij met al deze initiatieven en geven tegelijkertijd aan dat het niet genoeg is. Voortschrijdend inzicht laat zien dat het nu tijd is om alles wat er al gedaan is met elkaar te verbinden en waar nodig aan te vullen.
CLU doet onderzoek: leermiddelen voor NT2-onderwijs aan nieuwkomers
Het CLU is gevraagd om op basis van alle input criteria te formuleren voor leermateriaal voor NT2-onderwijs voor nieuwkomers en te inventariseren welke leermiddelen er beschikbaar zijn die aan de criteria voldoen.
Hoe pakten we dat aan? Uit het theoretisch kader destilleerden we criteria waar leermiddelen in zijn algemeenheid aan moeten voldoen en criteria over wat er specifiek voor NT2-onderwijs nodig is. Met behulp van de resultaten uit de interviews met drie lectoren uit de schrijfgroep LPTN konden we deze criteria nog verder aanscherpen. En zo ligt er nu een set van criteria die specifiek gericht zijn op NT2-onderwijs aan nieuwkomers. De criteria kunnen we tijdens het onderzoek gebruiken om veelgebruikte methodes mee te beoordelen en op termijn kunnen ze gebruikt worden als ontwerpinstrument bij nieuw te ontwikkelen leermateriaal.
Kunnen inspelen op verschillen met ICT zodat differentiatie mogelijk is
Om wat voor een soort criteria gaat het dan inhoudelijk? We noemen een paar voorbeelden. Een belangrijke uitdaging van NT2-onderwijs is in kunnen spelen op verschillen. Juist digitaal leermateriaal zou hier uitermate geschikt voor kunnen zijn. Maar dan moet er wel rekening gehouden worden met de specifieke eisen voor de doelgroep. Dat betekent bijvoorbeeld dat er weinig talige instructie is en dat de oefeningen aansluiten bij wat er aan voorafging tijdens de klassikale instructie. En dat beeld en geluid goed op elkaar aansluiten zodat er weinig kans is op overbelasting van het werkgeheugen. En tenslotte dat er geen decoratieve plaatjes gebruikt worden, want juist voor deze doelgroep brengen deze eerder verwarring dan dat ze het leren stimuleren.
Specifieke doelgroepen geven het onderwijs een vergrootglas
Het CLU heeft de afgelopen jaren al voor verschillende specifieke doelgroepen onderzoek gedaan naar wat er nodig is in leermiddelen om deze leerlingen te kunnen faciliteren bij een optimaal leerproces. Of het nu gaat om leerlingen met een visuele beperking, om leerlingen in het autistisch spectrum, of om leerlingen die een nieuwe taal moeten leren: iedere leerling heeft leermateriaal nodig dat ervoor zorgt dat er een zo optimaal mogelijk leerproces op gang wordt gebracht, zonder allerlei afleidende factoren. En laten we eerlijk zijn, is dat ook niet nodig voor alle leerlingen in ons onderwijs?