De meeste Nederlandse leerkrachten maken gebruik van methodes, maar er zijn grote verschillen in kwaliteit. Want ook methodemakers maken soms niet al te gelukkige keuzes. In de serie ‘Hoe kies je een methode’ evalueren we methodes. In deze derde aflevering: twee aardrijkskundemethodes voor het primair onderwijs: Wereldzaken (Zwijsen) en Wereld (Blink).
In een sterk blog op Blogcollectief Onderzoek Onderwijs bekritiseert Marjolein Zwik het toenemend aantal tekstarme methodes voor wereldoriëntatie. Ze constateert dat leerlingen vooral veel filmpjes en beeldmateriaal krijgen voorgeschoteld, waarover ze vervolgens opdrachten moeten maken. Veel tekst zit er niet meer bij.
Leerteksten zijn belangrijk. Ze moeten leerlingen inzicht geven in een vak. Het is belangrijk dat teksten begrijpelijk zijn, want dan onthouden leerlingen de stof beter.
In deze aflevering van Hoe kies je een methode, hebben we gekeken naar de leesbaarheid van leerteksten van twee methodes: Wereldzaken van uitgeverij Zwijsen (De aarde, groep 8) en Wereld van uitgeverij Blink (Krachten der Aarde, groep 7).
Begrijpelijkheid
Over begrijpelijkheid van teksten is veel geschreven. Voor leerteksten in methoden zijn de volgende criteria uit onze MILK (Meetinstrument Leermiddelen Kwaliteit) van belang voor de begrijpelijkheid:
- Hoofdideeën uit voorgaande zinnen worden herhaald
- Relaties tussen tekstonderdelen zijn expliciet gemaakt
- Relaties tussen tekstonderdelen zijn impliciet aanwezig
- De leerteksten hebben een introductie
- De leerteksten bevatten een samenvatting
Hieronder werken we deze criteria verder uit voor de twee aardrijkskundemethodes.
1. Hoofdideeën uit voorgaande zinnen worden herhaald
Als hoofdideeën uit een eerder tekstonderdeel terugkomen, leggen leerlingen steeds verbindingen tussen die onderdelen in de leertekst. Door deze herhaling wordt het concept beter vastgehouden in het langetermijngeheugen en kan het ook weer snel opgeroepen worden op het moment dat het nodig is.
Wereldzaken en Wereld gebruiken allebei veel beeld op de pagina. Bij Wereldzaken is het beeld zelfs leidend, en de teksten ondersteunend (zie figuur 1). Omdat het beeld domineert, is het voor leerlingen lastig om het hoofdidee in de tekst te onderscheiden. Het hoofdidee wordt bovendien nergens herhaald. Linksboven, prominent op de pagina, zien we een plaatje van een kapitein die vertelt over zijn favoriete boek. Dat vraagt van leerlingen om te schakelen tussen fantasie en leertekst en dit zal met name voor zwakke leerlingen lastig zijn. Een korte inleiding over de samenstelling van de aarde was beter geweest. Het gaat er uiteindelijk om dat leerlingen een conceptueel model opbouwen in vaktaal aan het eind van de basisschool.
Wereld gebruikt ook veel beeld, maar doet dit ondersteunend aan de tekst. Het hoofdidee is direct duidelijk, namelijk dat er drie verschillende periodes zijn te onderscheiden, elk met informatie over hoe de bodem er toen in Nederland uitzag. De plaatjes en koppen onderstrepen dit hoofdidee nog eens. Het hoofdidee uit de inleiding wordt op de rest van de pagina uitgewerkt. Zo wordt in de inleiding aangestipt dat er heel lang geleden tropisch regenwoud voorkwam in Nederland en in tweede alinea uitgelegd dat dat kwam omdat het continent waar Nederland op lag naar de evenaar dreef.

Screenshot van de methode Wereldzaken. Op deze spreadsheet is te zien dat er veel plaatjes zijn waar een klein gedeelte tekst aan gekoppeld is. De plaatjes zijn leidend. Het geheel komt fragmentarisch over. Dit komt vooral omdat een vakinhoudelijke inleiding boven het plaatje van de aarde ontbreekt.

Screenshot van Wereld. Op deze spreadsheet is ook veel beeld te zien, maar dit beeld ondersteunt de tekst. De tekst is leidend. Concepten uit de inleiding worden in de rest van de tekst uitgewerkt.
2. Relaties tussen tekstonderdelen zijn expliciet gemaakt
Voor leerlingen is het belangrijk dat ze de leertekst als één logisch geheel zien en dat ze de relaties tussen de verschillende teksten goed begrijpen. Een tekst kan de relatie expliciet leggen (benoemen), of impliciet (opmaak, kleurgebruik).
In Wereldzaken worden er nauwelijks tot geen expliciete relaties gelegd tussen de belangrijkste tekstonderdelen. Soms wordt er een relatie gelegd tussen een tekstonderdeel en kapitein Erik, maar dat leidt eerder af van de inhoud, dan dat het leerlingen helpt. Er zijn verschillende kopjes waaronder weinig tekst is en in die tekst zijn geen verbindingswoorden die verwijzen naar andere tekstonderdelen onder andere kopjes. Dit is een groot gemis, want veel leerlingen zullen de tekstonderdelen als fragmenten zien en niet als een logisch geheel waarbij het een met het ander te maken heeft. Voor leerlingen van groep 8 is dit niet een goede voorbereiding op de leerteksten die ze in het voortgezet onderwijs zullen krijgen en het zal het ontwikkelen van vaktaal niet stimuleren.
In Wereld zijn de relaties tussen de verschillende tekstonderdelen duidelijker. De tekst opent (in het witte kader) met de termen Siluur, Carboon en Perm en die termen komen duidelijk terug in de plaatjes op de rest van de pagina en worden daarbij gekoppeld aan de bodemgesteldheid. Er zijn binnen de teksten geen verbindingswoorden die verwijzen naar andere tekstonderdelen. Verbindingswoorden helpen leerlingen om verbanden te leggen.
3. Relaties tussen tekstonderdelen zijn impliciet aanwezig
Hierboven hebben we de expliciete relaties besproken. Ook impliciete relaties kunnen een bijdrage leveren aan de begrijpelijkheid van een tekst. Bijvoorbeeld door tekstonderdelen te koppelen aan plaatjes en kaders met voorbeelden.
Bij Wereldzaken zijn er wel impliciete relaties tussen tekstonderdelen, vooral omdat plaatjes voorzien zijn van teksten. Met name het plaatje over de aarde is belangrijk, want daar worden vervolgens de tekstonderdelen aan gekoppeld. Het is dan ook jammer dat er een plaatje van Superman gebruikt wordt dat daarvan afleidt.
In Wereld zijn de relaties tussen de tekstonderdelen impliciet aanwezig door het gebruik van een witkader met daarin de namen van een aantal geologische tijdperken. Deze tijdperken komen vervolgens terug in de plaatjes en worden gekoppeld aan de bodemgesteldheid.
4. De leerteksten hebben een introductie
Het is belangrijk dat er een inleiding is waarmee leerlingen aangezet worden om na te denken wat ze al weten over het onderwerp.
De leerteksten in Wereldzaken worden geïntroduceerd door kapitein Erik. Het gaat meestal over iets dat zijdelings met het onderwerp te maken heeft, zoals wat zijn favoriete boek is over het onderwerp of zoals in onderstaand voorbeeld: over een andere planeet dan Aarde. Op zo’n belangrijke plek in de tekst is het beter om alleen relevante, essentiële informatie te geven.

Fragment uit Wereldzaken over bergen en rivieren, ingeleid door kapitein Erik die er een berg op Mars bij haalt.
De inleiding bij Wereld zet leerlingen direct op het goede spoor. In de introductie wordt duidelijk dat Nederland andere klimaten heeft gehad dan het huidige en dat ze iets gaan lezen over het ontstaan daarvan en dat dit lang geleden is.
5. De leerteksten bevatten een samenvatting
Met een samenvatting kunnen leerlingen bepalen of ze de kern van het hoofdstuk begrepen hebben.
Wereldzaken gebruikt geen samenvattingen. Dit versterkt het fragmentarische karakter van de leerteksten.
In Wereld worden de leerteksten afgesloten met een apart kader met gearceerde belangrijke termen. Deze termen komen echter niet overeen met de termen in de tekst. De tekst heeft betrekking op de combinatie van de eerder gemaakte opdracht en de gelezen tekst. Een echte samenvatting is het niet.
Conclusie
Uit onze analyse blijkt dat er in Wereldzaken in verhouding weinig tekst en veel beeld gebruikt wordt en dat de teksten ondergeschikt zijn aan het beeld. Hierdoor is het geheel fragmentarisch en zijn er nauwelijks verbindingen tussen de tekstonderdelen. Daarnaast wordt in deze methode de vakkennis gegeven vanuit een fantasieverhaal, prominent op de pagina. Er zullen leerlingen zijn die vooral focussen op het fantasie-element en daardoor niet de essentiële verbindingen leggen tussen de verschillende vaktermen.
Bij Wereld is de tekst leidend. De verbindingen tussen de tekstonderdelen worden meer impliciet door het beeld gelegd dan door verbindingen tussen de tekstonderdelen. Het zou beter zijn als deze verbindingen ook in de tekst gemaakt worden door hoofdideeën uit voorgaande teksten te herhalen en expliciet verbindingen in te tekst aan te brengen.
Zoals bij iedere vergelijking tussen methodes sluiten we af met te zeggen dat we slechts naar een klein aantal criteria gekeken hebben. Het kan zijn dat de ene methode op bepaalde criteria hoog scoort en op andere weer lager en omgekeerd. Het is belangrijk dat je als leerkracht weet waar de methode die je gebruikt sterk en minder sterk in is, zodat je weet wat je zelf op moet vangen.