Goed leermateriaal voor intersectoraal onderwijs in het VMBO

Binnen het MBO is het een algemeen ervaren probleem dat leerlingen in veel gevallen geen goede beroepskeuze maken. Hierdoor veranderen ze nogal vaak van richting. Het gaat om 25-30% van de leerlingen. Een van de oorzaken hiervan is dat het VMBO te weinig aansluit op het MBO.

Onderwijs rond thema’s: Intersectoraal onderwijs

Door in het VMBO de leerlingen beter kennis te laten maken met het werk in verschillende soorten beroepssituaties kun je leerlingen een meer bewuste beroepskeuze laten maken. Dit kan door bestaande doorstroomrichtingen te betrekken bij het ontwerpen en uitvoeren van een geïntegreerd aanbod van het onderwijs rond bepaalde thema’s. Een aantal VMBO-scholen in Nederland experimenteert momenteel met deze vorm van zogenaamd Intersectoraal Onderwijs.

Werkwijze

Leerlingen werken gedurende een aantal weken aan een project waarbij ze aan het eind een product moeten opleveren en presenteren. Voorbeelden van thema’s zijn:

  • Het opzetten en inrichten van een jeugdcentrum
  • Het opzetten en inrichten van een fitnessecentrum
  • Het opzetten en inrichten van een kapsalon

Bij het ontwerpen van deze projecten worden economische, technische en zorg & welzijn-aspecten met elkaar geïntegreerd.

Met een dergelijk geïntegreerd aanbod streven scholen naar een leeromgeving waarin de complexiteit van de werkelijkheid wordt nagebootst of gesimuleerd. Behalve de onderwijskundige voordelen van dit authentieke leren geeft het de leerlingen een veel beter inzicht in beroepen, zodat zij een juiste beroepskeuze kunnen maken.

Rol van de docenten

Deze vorm van onderwijs is een opdrachtgestuurde vorm van onderwijs en doet dus een groot beroep op de zelfstandigheid van leerlingen. De projecten worden veelal ontwikkeld door docententeams en op de elektronische leeromgeving gezet. De docenten moeten niet alleen de opdrachten bedenken, maar ook instructieteksten schrijven, relevante links zien te vinden, didactische werkvormen kiezen, illustraties maken of zoeken, etc.

Wat komt erbij kijken

Een tweetal scholen heeft de hulp van het CLU ingeroepen om ze daarbij te ondersteunen. Het CLU beoordeelt daarbij de reeds ontwikkelde projecten, traint de docenten in het ontwikkelen van nieuwe projecten en begeleidt ze daarbij. Aandachtspunten daarbij zijn:

  • Hoe gebruik ik verschillende modaliteiten om de lesinhoud aan te bieden?
  • Hoe breng ik samenhang aan in de opdrachten?
  • Welke didactische strategieën kan ik het best gebruiken?
  • Hoe houd ik rekening met verschillende leerstijlen van leerlingen?
  • Hoe schrijf ik begrijpelijke instructieteksten?
  • Hoe selecteer ik begrijpelijke leerteksten?
  • Hoe maak en selecteer ik functionele illustraties?
  • Hoe zorg ik ervoor dat de vormgeving van het materiaal het leren ondersteunt?

Tegelijkertijd leren de docenten om met behulp van de arrangeertool van Wikiwijs het materiaal te maken. Hiertoe werken we samen met (trainers van) Wikiwijs en met LOOK.