Op Twitter ontstond onlangs (weer!) een discussie over de waarde van de taxonomie van Bloom. PhD Brenda Sugrue schreef dat de taxonomie van Bloom uit de tijd is en ongeschikt voor het onderwijs. Sugrue heeft vraagtekens bij de onderbouwing van de verschillende levels, denkt dat de taxonomie niet consistent te vullen is (iedereen heeft er een ander beeld bij), en ze vindt hem niet praktisch voor het onderwijs: je kunt er geen leerproblemen mee diagnostiseren en behandelen.
Anne-Wil Abrahamse was niet zomaar overtuigd. Abrahamse is student onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht en stagiaire bij het CLU en VO-content. Ze dook op verzoek van VO-content de wetenschappelijke literatuur in en bekeek waar de taxonomie voor bedoeld is, waar hij dus goed of slecht voor is, én of het CLU er nog op kan bouwen.
In haar analyse bespreekt ze de originele taxonomie van Bloom, de herziene versie van Anderson en Krathwohl en de meer recent ontwikkelde taxonomie van Marzano. Uit haar analyse volgt dat de herziene versie van Anderson en Krathwol veel bezwaren van Sugrue oplost en dat deze versie volstaat als je, zoals het CLU, op een systematische wijze goed opgebouwd leermateriaal wilt ontwikkelen. Want dit is de kracht van Bloom: je kunt er de diepte en breedte van een cursus mee bepalen. De taxonomie van Bloom is wat minder gericht op het ontwikkelen van metacognitieve kennis, maar daar zijn andere methoden voor die naast Bloom uitstekend ingezet kunnen worden. Zoals de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan.
Het artikel van Abrahamse is sowieso de moeite waard om te lezen: ze wikt en weegt heel systematisch het werk van Bloom, de aanpassingen van Anderson en Kratwohl, en de versie van Marzano. Inspirerend en leerzaam!
Het artikel van Anne-Wil Abrahamse: